'Sorry, ik heb gewoon geen tijd.' Als het gaat om de dingen die er echt toe doen in ons leven, zeggen we dit maar al te vaak. Het wordt duidelijk dat ons huidige tijdmanagementmodel, ontworpen in de 19de eeuw, niet langer aansluit bij onze behoeften. We verlangen naar een nieuwe manier om onze tijd te organiseren. Een manier die ons in staat stelt een beter evenwicht te vinden tussen betaald en onbetaald werk, zorgen voor anderen en voor onszelf, genieten van vrije tijd, deelnemen aan het burgerlijke en democratische leven, en uitrusten.

Een verouderd tijdmanagementmodel

In 1817 stelde de Welshe utopische socialist Robert Owen, op verzoek van de beginnende arbeidersbeweging in de beginjaren van de industrialisatie, een achturige werkdag voor. Dit ter bestrijding van de 10 tot 16 uur die de norm was geworden in grote fabrieken. Dit ontwikkelde zich tot een slogan die vaak te horen was op arbeidersdemonstraties aan het eind van de 19de eeuw: ‘Acht uur om te werken, acht uur om te rusten, acht uur om te doen wat we willen!’

De invoering van een universele achturige werkdag in veel westerse landen na de Eerste Wereldoorlog was een duidelijke overwinning voor de arbeidersbeweging. Een eeuw later is dit model echter achterhaald: de indeling houdt bijvoorbeeld geen rekening met zorgtijd. De gevolgen van dit disfunctioneren zijn onder andere slechtere gezondheidsresultaten en verminderde bedrijfsefficiëntie – om nog maar te zwijgen van problemen met democratie en duurzaamheid.

In 1990, ruwweg zeventig jaar na de eerste stappen om tijdbeheer op de werkplek wettelijk vast te leggen, deden de vrouwen van de Italiaanse Communistische Partij een eerste poging om een uitgebreidere ‘tijdwet’ te ontwikkelen. Het bevatte een voorstel om de economie te herwaarderen, gecentreerd rond de processen die betrokken zijn bij het in stand houden van het menselijk leven. In 2000 keurde Italië een nieuwe wet over ouderschapsverlof en de regeling van de stedelijke tijd goed. In deze ‘stedelijke tijd’ kregen burgemeesters de mogelijkheid om de (openingstijden van) diensten op een andere manier in te richten, zodat die beter zouden passen bij het tijdschema van inwoners en de manier waarop ze hun menselijke relaties inrichten.

Klokken Canary Wharf
Foto: Les Hutchinson, 2018. CC BY-NC-ND 2.0

Op Europees niveau werd in 2003 een richtlijn over de organisatie van de arbeidstijd ingevoerd, gevolgd door een richtlijn over het evenwicht tussen werk en privéleven in 2019. Vier jaar later staat tijdmanagement weer op de agenda in bepaalde Europese landen, met voorstellen voor een vierdaagse werkweek in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

De belangrijkste nieuwe trends op het gebied van tijd: een nieuwe organisatie van de dagelijkse werktijd en jaarroosters, toenemende mobiliteit, een nieuwe benadering van het combineren van werk en zorgtaken en een nieuwe interpretatie van rationaliteit. Het gaat dan niet alleen om werktijd, maar ook die in de persoonlijke levenssfeer: terwijl de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de EU de afgelopen decennia is toegenomen, is het onbetaalde werk thuis nog steeds ongelijk verdeeld.

Afgezien van het specifieke probleem van tijdgebrek, verlangen de meesten van ons naar meer vrije tijd en streven we naar een balans die ons in staat stelt om beter te leven, met meer autonomie. In de nasleep van de covid-19-pandemie was het deels deze ontevredenheid met het hedendaagse tijdbeheer die ervoor zorgde dat millennials en generatie Z anders gingen denken over hun carrière en werkomstandigheden. 

Volgens een onderzoek uit 2022 van het Amerikaanse Pew Research Centre accepteren velen alleen nog banen die hun meer flexibiliteit en een betere balans tussen werk en privéleven bieden. Over de hele wereld zeggen veel werknemers – vooral de jongere en beter opgeleide – nee tegen eindeloze werktijden, banen die ze niet de mogelijkheid geven om zich los te koppelen van het werk en conflicten tussen werk en privéleven opleveren.

Meer slapen

Een ander nadeel van onze tijdcultuur is dat we niet goed kunnen slapen of rusten. Dit heeft grote gevolgen voor onze fysieke en mentale gezondheid. Dankzij het werk van de winnaars van de Nobelprijs voor de Geneeskunde in 2017 weten we dat een leven dat niet synchroon loopt met ons circadiane ritme onze stemming verandert en het risico op obesitas, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en neurodegeneratieve aandoeningen kan verhogen. 

Als we van een betere gezondheid willen genieten, moet ons tijdmanagementmodel veranderen, vooral bij het bepalen van rusttijden en werk- of schooltijden. Dit is vooral belangrijk voor tieners, die meer slaap nodig hebben dan jongere kinderen en volwassenen, maar die vaak niet genoeg krijgen vanwege de begintijden van middelbare scholen. 

“ Volgens het World Economic Forum hebben landen die meer slapen een hoger bbp ”

Politici moeten het belang van slapen en rusten begrijpen en promoten; voor onze persoonlijke gezondheid en ons welzijn, onze sociale relaties en onze samenlevingen. Productiviteitsverlies en een verhoogd sterfterisico als gevolg van slaaptekort kosten ontwikkelde economieën miljarden euro’s per jaar. Zoals het World Economic Forum in 2019 meldde, hebben de landen die meer slapen een hoger bbp.

We moeten dringend afstappen van Robert Owens achturige kader. Tijd is een politieke kwestie en moet worden gezien als een recht van alle burgers. We moeten dus gebruikmaken van overheidsbeleid dat gericht is op het verbeteren van de huidige indeling. Het Barcelona Time Use Initiative for a Healthy Society (BTUI), een wereldwijd initiatief dat tijdbeleid en het ‘recht op tijd’ promoot, beveelt aan dat dergelijk beleid gebaseerd wordt op een ‘levensbalansdiamant’ waarin de drie pijlers van het achturenkader worden aangevuld met een vierde: zorg.

Van steady-state economics tot degrowth, van welzijn tot ecologische economie, een groeiend veld van nieuw economisch denken heeft als doel onze samenlevingen te bevrijden van het absurde paradigma van oneindige groei. Het opnemen van tijd in economische berekeningen – op een vergelijkbare manier als ecologische impact wordt opgenomen – zal in de toekomst steeds belangrijker worden. Tijdbeleid kan een essentiële praktische bijdrage leveren aan het model van de donuteconomie door te helpen de sociale basis ervan te verankeren en er tegelijkertijd voor te zorgen dat we binnen de planetaire en sociale grenzen blijven.

“ Het opnemen van tijd in economische berekeningen zal in de toekomst steeds belangrijker worden ”

Arbeidstijd is een van de meest herkenbare aspecten van tijdmanagement. Zoals wordt onderstreept door de Internationale Arbeidsorganisatie is ‘fatsoenlijke werktijd’ een essentieel onderdeel van ‘fatsoenlijk werk’. Het is bewezen dat een evenwichtigere werktijd de efficiëntie van individuen en bedrijven bevordert en tegelijkertijd de tevredenheid van werknemers verhoogt. Een samenleving die het recht op tijd toekent, werkt beter en helpt de voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van talent en innovatie. 

De definitie van arbeidstijd moet worden aangepast aan de context van de 21ste eeuw, door een nieuw evenwicht te definiëren tussen werk-, rust-, zorg- en recreatietijd. Politici, vakbonden en bedrijfsorganisaties moeten een meer flexibele, autonome en democratische benadering van de organisatie van arbeidstijd promoten.

Onnodig reizen

Het tijdbeleid moet ook het grotere geheel omvatten. Een nieuwe, globale benadering van tijdbeheer is rechtstreeks verbonden met een toewijding aan duurzaamheid. Denk daarbij aan de 15-minutenstad, waarbij alle dagelijkse basisbehoeften binnen een kwartier lopen of fietsen te bereiken zijn, aan steun voor telewerken en de vermindering van het aantal werkdagen en/of werkuren.

Een dergelijke aanpak – zoals gedemonstreerd door steden als Rennes, Barcelona en Milaan – bespaart onnodig reizen en vermindert zo de CO2-uitstoot, versterkt gemeenschappen en geeft individuen meer autonomie over hun tijd. Een ander voorstel is het ontmantelen van het neoliberale idee dat alle diensten 24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar moeten zijn. Dit zou ook een belangrijke bijdrage leveren aan energiebesparing, vooral in kleine en middelgrote ondernemingen en in de industriële sector.

Als we de kwaliteit van onze democratieën willen verbeteren door de betrokkenheid van burgers te vergroten, moeten we de toegang tot vrije tijd democratiseren. Als een samenleving niet genoeg vrije tijd heeft, is het voor haar leden onmogelijk om deel te nemen aan het gemeenschapsleven en het democratische leven.

Zoals in een recent advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité wordt onderstreept, heeft tijdgebrek een direct effect op de maatschappelijke betrokkenheid van burgers en maatschappelijke organisaties. Mensen die in tijdnood verkeren, met name mensen uit de arbeidersklasse, worden geconfronteerd met hardnekkige belemmeringen om aan burgerparticipatie te doen.

“ In ‘tijdbanken’ wisselen burgers tijd uit in plaats van geld ”

Een nieuwe benadering van tijdmanagement zal ook invloed hebben op hoe onze maatschappij menselijke relaties ziet. Op dit moment zijn deze relaties vaak transactioneel: ze worden afgemeten op puur utilitaire effectiviteit. Tijdbeleid dat erop gericht is om vrije tijd terug te winnen, is ook een middel om menselijke uitwisseling en discussie te bevorderen en is uiteindelijk een middel om ons falende sociale weefsel weer op te bouwen.

Zogenaamde ‘tijdbanken’, waarin burgers tijd uitwisselen (in plaats van geld), zijn hier een goed collectief voorbeeld van. Op deze manier kan tijdbeleid een instrument zijn voor saamhorigheid: een manier om de versplintering in onze samenleving tegen te gaan.

Recht op tijd wordt al realiteit

Gemeenten zijn momenteel de belangrijkste drijvende kracht achter het recht op tijd. Barcelona, Straatsburg, Milaan, Bolzano en Rennes staan bekend om hun tijdbeleid en zijn een voorbeeld voor anderen, vooral in Europa en Latijns-Amerika. Maar het recht op tijdbeleid moet ook op nationaal niveau en vanuit een Europees perspectief worden ingevoerd.

levensbalansdiamant

Daarnaast experimenteren veel landen, regio’s en bedrijven met een vierdaagse werkweek. Hoewel dit debat moet worden verwelkomd, moeten progressieven verder gaan om een nieuw, breed kader te promoten op basis van het recht op tijd als een universeel recht.

Om alle burgers een recht op tijd te garanderen dat waarde toekent aan rust, zorg en burgerschapstijd en dat een einde wil maken aan de ongelijke verdeling van tijd in de samenleving, moet de ‘levensbalansdiamant’ gebruikt worden in zowel het overheidsbeleid als dat van de private sector. Voorbeelden van zorggerelateerd beleid zijn gratis openbare kinderopvang en goede en betaalbare verpleeg- en verzorgingstehuizen voor ouderen. 

Beleid om de combinatie van werk en gezin te vergemakkelijken kan bestaan uit de invoering van gelijk, niet-overdraagbaar en volledig betaald verlof voor beide ouders bij de geboorte of adoptie van een kind, het uitbannen van discriminatie op grond van moederschap, het uitbannen van genderongelijkheid met betrekking tot zorgtaken en het creëren van een gezinsvriendelijke werkcultuur.

Dit artikel verscheen eerder in de Green European Journal.