Toen ik voor de bevalling in het ziekenhuis aankwam, was mijn conditie zichtbaar miserabel. Ik leunde naar adem happend tegen een muur toen de gynaecoloog van dienst de onvergetelijke woorden sprak: “U bent toch die mevrouw die zulke bezwaren heeft tegen de salarissen van medisch specialisten?”

Het was waar: in de Kamer had ik, stem van de sprekende minderheid, met nogal forse bewoordingen die salarissen veroordeeld. Daar stond ik, overgeleverd aan de, zoals ik de medische stand tot verdriet van bevriende huisartsen genoemd had, ‘medische maffia’.

Het werd een zware bevalling. Daar kon de gynaecoloog overigens niets aan doen; die vond op tijd zijn professionele inzet terug.

Ik moest er deze dagen weer aan denken. In de afgelopen 35 jaar is er veel veranderd, ook aan de salarissen van veel specialisten en zeker aan die van huisartsen. Het internet zorgt ervoor dat patiënten mondiger zijn en soms ook meer weten dan behandelend artsen. Steeds vaker lees ik over assertieve, soms ook agressieve patiënten of familieleden die zorg eisen of ontevreden zijn. Die meer willen.

Tegelijkertijd kennen ziekenhuizen sinds corona weer forse wachtlijsten. Er wordt hard gewerkt terwijl de roosters flinterdun zijn. De geboden logistiek in ziekenhuizen is een bron van ergernis voor patiënten en medewerkers: afspraken zijn niet op elkaar afgestemd en digitalisering levert nog geen verbetering, eerder een hoge drempel.

‘Nee, het ziekenhuis kan geen ambulance voor u laten rijden, dat moet u zelf doen, marktwerking, hè’, krijgen sommige doodzieke patiënten te horen. En op de vraag naar een advies over een mogelijke behandeling: ‘Dat is uw keuze, ik leg u alleen voor wat de mogelijkheden zijn, ik kan daar geen advies over geven.’

Artsen zijn onzeker door regels van ziekenhuizen en zorgverzekeraars. Ik hoor uit te veel ziekenhuizen en zorginstellingen bovendien berichten over een permanent gebrek aan tijd en aandacht voor patiënten, terwijl veel zorgverleners tegen de grenzen van de eigen mentale en fysieke mogelijkheden lopen.

Artsen zijn openlijk blij met de kennis die patiënten zelf aandragen, de ontwikkelingen gaan snel en administratieve lasten vergen veel tijd die niet in kennisontwikkeling kan worden gestoken. Huisartsen stoppen ermee, verpleegkundigen lopen weg.

Terwijl de medische mogelijkheden in razende vaart toenemen en mensen steeds ouder worden, dreigt een zorginfarct. Met de kennis van nu zou ik mijn ervaring van 35 jaar geleden als ‘onveilig’ bestempelen. Maar dat is een peulenschil vergeleken bij het gevoel van onveiligheid dat mij bekruipt als ik denk aan het zorginfarct dat ons boven het hoofd hangt.