De energietransitie kan Nederland tot 72.000 nieuwe banen opleveren. Op Europees niveau gaat het zelfs om 2,5 miljoen extra banen. Dit biedt kansen, maar juist door de snelle groei van nieuwe sectoren als wind- en zonne-energie is de kwaliteit van het werk vaak ondermaats. De overheid, werkgevers en vakbonden moeten de handen ineen slaan om arbeidsvoorwaarden in het werk aan de energietransitie te verbeteren.

De zonnepanelensector illustreert duidelijk waarom er actie nodig. De afgelopen drie jaar overleden in Nederland zes monteurs bij de installatie van zonnepanelen en in de afgelopen anderhalf jaar vonden er meer dan 40 zware ongelukken plaats. Het aantal meldingen van ongevallen en onveilige werkomstandigheden bij de Arbeidsinspectie was dermate alarmerend dat de inspectie inmiddels het toezicht heeft verscherpt en een apart project heeft lopen voor de sector. Meerdere installatiebedrijven moesten na controles al het werk tijdelijk stilleggen.

arbeider aan koord

Navraag bij de Arbeidsinspectie leert dat veel slechte werkomstandigheden het gevolg zijn van constructies met onder-onder-onderaannemers, bedrijven die de Arbeidsomstandighedenwet aan hun laars lappen en een gebrek aan certificering en opleiding: zonnepaneleninstallateur is een vrij beroep. Omdat in Nederland iedereen zichzelf zonnepaneleninstallateur mag noemen, heeft de snel groeiende vraag ertoe geleid dat ongekwalificeerde en ongeschoolde monteurs de markt hebben betreden om snel geld te kunnen verdienen. Hoewel door de toegenomen vraag de lonen zijn gestegen, zijn de werkomstandigheden vaak onveilig: veel installateurs gaan zonder valbescherming of ongezekerd het dak op, en moeten onder hoge druk hun werk doen.

Niet alleen de monteurs worden blootgesteld aan onveilige situaties, ook de gebruikers van de zonnepanelen krijgen steeds vaker te maken met panelen die van het dak waaien of in de brand vliegen door onvakkundige installatie.

Toezicht houden is lastig, juist omdat werk door grote bedrijven steeds vaker wordt uitbesteed aan onderaannemers. Zo kan een consument zonnepanelen aankopen bij een grote energieleverancier, terwijl die leverancier uiteindelijk niet betrokken is bij het leggen van de panelen. De grote leveranciers besteden dit werk namelijk uit aan andere bedrijven die vervolgens weer zelfstandige installateurs inhuren. Binnen dit soort constructies blijkt het makkelijk om verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden af te schuiven op anderen; hierdoor kunnen de grote bedrijven buiten schot blijven. 

Hier komt nog eens bij dat zonnepanelen zelf vaak ook onder slechte arbeidsomstandigheden geproduceerd worden. Het basismateriaal van zonnepanelen is polysilicium, waarvan het grootste gedeelte uit China gehaald wordt. Een groot gedeelte van de Chinese productie komt uit de provincie Xinjiang, waar de Oeigoerse minderheid tot dwangarbeid wordt verplicht, ook in zonnepanelenfabrieken. 

Beter werk in de fossiele sector

De problemen in de zonne-energiesector zijn niet volledig uniek voor de sector. In de installatiebranche nam, net als in veel andere sectoren, de flexibilisering toe. Het aantal zelfstandige bouwinstallateurs groeide in 2022 met 3.400. Hoewel een toename van het aantal zelfstandige ondernemers op zichzelf niet problematisch is, waarschuwen onderzoekers, politici en vakbonden al jaren voor de effecten van doorgeslagen flexibilisering van de arbeidsmarkt. Een groeiende groep zelfstandigen en flexwerkers heeft weinig zekerheid en bescherming waardoor zij extra kwetsbaar zijn voor economische schokken, en opdraaien voor risico’s die door anderen genomen worden, met groeiende ongelijkheid als gevolg. 

Volgens FNV-bestuurder Bas van Weegberg is er een duidelijk contrast tussen de kwaliteit van werk in de traditionele sectoren waar de ‘oude’ fossiele economie op is gebouwd en de nieuwere sectoren in de groene economie. Industriële banen zoals bij Tata en Shell zijn, mede door jarenlang vakbondswerk, in veel opzichten goede banen. Hoewel het werk gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, zijn de arbeidsvoorwaarden gunstig: goedbetaald, met aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden en veel zekerheid. Daarnaast ervaren veel werknemers een sterke binding met het werk en de werkgemeenschap. Dit staat in schril contrast met de nieuwe groene sectoren, waar vakbondsvorming nog in de kinderschoenen staat en vaak onduidelijk is welke CAO van toepassing is, waardoor arbeidskosten gedrukt kunnen worden.

“ Door gebrek aan regels en toezicht kan winst boven welzijn worden geplaatst ”

Het is duidelijk dat het vergroenen van de economie niet vanzelf ook tot veilige, gezonde en goede banen leidt. Juist het werk in nieuwe, opkomende groene sectoren, zoals de zonne-energiesector, is nog ongereguleerd. Door gebrek aan regelgeving, scholing, toezicht en georganiseerde belangenvertegenwoordiging van werknemers kan winst boven welzijn worden geplaatst. De Arbeidsinspectie erkent dat ook bij andere nieuwe beroepen waar snel veel geld verdiend kan worden in een ongereguleerde omgeving, gelijksoortige problemen de kop op steken.

We hebben monteurs, en andere technisch geschoolde werknemers ontzettend hard nodig. Er zijn enorme tekorten aan personeel voor de energietransitie: in de techniek zijn er nu al 86.000 vacatures, terwijl er in de toekomst alleen maar meer mensen nodig zullen zijn om de energietransitie uit te voeren. Om de extra werknemers aan te trekken die nodig zijn om de groene revolutie te realiseren, moet er dus iets grondig veranderen aan de omstandigheden en voorwaarden waaronder die revolutie uitgevoerd wordt.

Goed werk is meer dan veilig werk

Maar hoe zorgen we er dan voor dat de transitie van de economie gepaard gaat met een transitie op de arbeidsmarkt waarbij goed werk centraal staat? Om die vraag te beantwoorden moet eerst duidelijk zijn wat we onder ‘goed werk’ verstaan. 

Ten eerste moet het werk veilig zijn. In principe is het niet nodig om nieuwe regels op te stellen. De huidige misstanden in de zonnepanelenbranche zijn namelijk al in strijd met de Arbowet. De bestaande regels moeten dus nageleefd worden, en werkgevers moeten verantwoordelijkheid nemen voor het werk dat zij uitbesteden aan zelfstandige onderaannemers.

onveilige installatie zonnepanelen

Het verscherpte toezicht van de Arbeidsinspectie werpt al zijn vruchten af. Brancheorganisaties Techniek Nederland en Holland Solar hebben na het luiden van de noodklok door de inspectie aangekondigd hun voorlichting over veilig werken te intensiveren. Verder bevestigt de inspectie dat er ook genoeg bedrijven zijn die het wél goed doen; juist na controles van de inspectie hebben veel bedrijven hun beleid ten goede gewijzigd. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is ook in gesprek met deze organisaties en de inspectie over certificering en voorlichting. Jane Tijssen, projectmanager bij de Arbeidsinspectie, heeft er echter een hard hoofd in dat dit snel de problemen op gaat lossen. Volgens haar is certificering alleen een oplossing als deze per persoon geldt, en niet per bedrijf, en als er een gedegen opleiding voor vereist is.

Hoewel belangrijk, zijn veilige werkomstandigheden maar een klein onderdeel van goed werk. Volgens Sonja Bekker, universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht, moet een goede baan voorzien in genoeg inkomen, zekerheid en stabiliteit, zeggenschap over je werk en de mogelijkheid om te leren en ontwikkelen. Het garanderen van veilige werkomstandigheden is hard nodig, maar pas het begin, niet het eindpunt. Er is daarom een bredere discussie nodig over de arbeidsverhoudingen in de nieuwe groene sectoren en over de toenemende druk op werknemers door de snelle groei van de groene economie en de krapte op de arbeidsmarkt. Deze discussie wordt nu nog te weinig gevoerd.

“ Arbeidsmarktkrapte heeft niet geleid tot een verbetering in arbeidsvoorwaarden ”

De werkgeversorganisaties kijken naar de overheid om eisen aan werk te stellen. Zo wil Doekle Terpstra van Techniek Nederland dat de richtlijnen voor zonnepaneleninstallateurs bindend worden. Maar Minister Van Gennip zegt in antwoord op Kamervragen dat er vooral gekeken wordt naar initiatieven van de brancheverenigingen zelf. 

Wel kwamen de ministers Adriaansens, Jetten, Dijkgraaf, Wiersma en Schouten afgelopen februari met een Actieplan groene en digitale banen om de tekorten aan technisch geschoold personeel aan te pakken. De lijst met maatregelen is enorm .De bewindslieden zetten in op omscholing, het verhogen van de instroom in technisch onderwijs, het verhogen van productiviteit en het tegengaan van versnipperd en sectoraal beleid. Hoewel het actieplan onderkent dat de arbeidsmarktkrapte niet heeft geleid tot een verbetering in arbeidsvoorwaarden – de lonen voor banen op mbo-niveau zijn zelfs gedaald – bevat het geen concrete voorstellen om hierin verandering te brengen. 

Omslag in denken

Om de kwaliteit van werk echt te verbeteren is er een omslag in het denken nodig bij zowel de overheid als werkgevers en vakbonden. De arbeidsmarkt wordt gezien als een markt met mensen als product, waarbij werknemers meer of minder werk aanbieden op basis van de prijs die door werkgevers wordt geboden. Maar hoogleraar Paul de Beer beschrijft in zijn boek De mythe van de arbeidsmarkt dat hier niets van klopt. Mensen worden in hun zoektocht naar werk gedreven door meer dan geld: ook zingeving, binding met collega’s, zeggenschap en de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen in je werk spelen hierin een rol. Beleid om tekorten op te lossen zou meer op deze factoren moeten sturen. En hier biedt werk in groene sectoren juist mogelijkheden: in nieuwe sectoren is er meer autonomie en flexibiliteit voor werknemers en de behoefte aan waardevol werk en zingeving kan ertoe leiden dat mensen voor een klimaatbaan kiezen. 

Maar nog belangrijker is de vraag naar werk. Die wordt niet simpelweg gecreëerd door de markt, maar ook door onze politieke keuzes, of juist het gebrek hieraan. In het geval van de energietransitie wordt de vraag naar zonnepanelen en dus naar mensen die ze installeren bepaald door onze keuze voor een groene economie. Sectoren als flitsbezorging ontstaan juist door het gebrek aan kaders waarbinnen we onze economie inrichten. We kunnen veel actiever sturen op het soort werk waar ruimte voor geboden wordt in de groene economie, en op de kwaliteit van dat werk. Het verbeteren van de kwaliteit van werk zou niet alleen een oplossing voor schaarste moeten zijn, maar ook een intrinsiek motief van werkgevers, werknemers en vakbonden.

arbeider met helm

Dit artikel maakt deel uit van het onderzoeksproject Goed werk in de groene economie.