Terwijl ik dit schrijf zijn PVV, VVD, NSC en BBB nog in onderhandeling en kan niemand voorspellen of er straks een kabinet op het bordes staat of dat het geheel nog uit elkaar spat. Maar stél dat ze eruit komen, dan speelt er nog iets waarvan ik denk dat het te weinig bekend is bij een breder publiek: Nederland heeft niet alleen een uitermate krappe arbeidsmarkt, er is ook sinds jaren bijna geen groei meer van de toegevoegde waarde per arbeidsuur, d.w.z. de arbeidsproductiviteit. Dit feit kan de handelingsruimte bij de kabinetsformatie en later bij het regeren ernstig beperken.

Die afgenomen groei van productiviteit heeft overigens veel te maken met de groeiende flexibilisering van arbeid, waardoor de voor innovatieprocessen vereiste kennisopbouw niet meer goed functioneert. Waarom is dit belangrijk? De toegevoegde waarde per arbeidsuur is gelijk aan het Nationaal Product, ofwel het Nationaal Inkomen, dat jaarlijks kan worden verdeeld tussen arbeid, kapitaal en overheid. Als de groei van deze toegevoegde waarde dicht bij nul zit, dan is er dus niets extra te verdelen. In wezen is verdelen dan beperkt tot herverdelen: wat je een bepaalde belangengroep extra wilt geven, moet je bij een andere groep weghalen, en achter deze andere groep zit dan weer een lobby die de nodige ketelmuziek maakt.

Hernieuwbare elektriciteit
Illustratie: Elis Wilk

Indien de groei van de toegevoegde waarde per arbeidsuur nauwelijks meer lukt, dan blijft alleen maar over: méér uren werken. De economische groei vereist dus veel extra arbeidsinzet. Daar komt de vergrijzing nog bij. Dit leidt tot een almaar krappere arbeidsmarkt. Omdat de arbeidskrachten nagenoeg op zijn, kunnen je substantiële nieuwe economische activiteiten alleen nog opstarten indien je oude activiteiten staakt. Gevraagd is dus niet degrowth maar wel selectieve groei: wat willen we nog laten groeien en wat moet dan krimpen?

Mocht het rechtse kabinet er inderdaad komen, dan wordt dat straks nog leuk om te bekijken: Wilders heeft een hele rits eisen op sociaal gebied (btw-verlaging, AOW vanaf 65, afschaffen eigen bijdrage in de zorg). Daar komt dus met de huidige extreem lage productiviteitsgroei niets van terecht. En BBB is opgericht om miljarden uit de staatsruif richting de agrarische industrie te verschuiven. Ook deze miljarden moeten ergens vandaan komen. Te vrezen valt overigens dat men het geld dat er niet is vooral gaat zoeken door te sparen bij de ecologische transitie, want andere usual suspects zoals ontwikkelingshulp zijn al eerder vakkundig gesloopt.

Het probleem is dan niet alleen de stilstand (zo niet achteruitgang) bij de ecologische transitie. Het probleem is ook dat de ecologische transitie zo’n beetje het enige gebied is waar de komende jaren nog innovatie en massieve investeringen (en dus economische groei!) in het verschiet hadden gelegen. Maar met een premier voor wie dat hele eco-gedoe door de shredder kan, gaat dit niet plaatsvinden.

Potentiële groene investeerders zullen Nederland voorlopig links laten liggen en naar buurlanden vertrekken waar ze met open armen worden ontvangen. Overigens kun je verwachten dat met een productiviteitsgroei van bijna nul ook de groei van het Nationaal Product de komende jaren zeer bescheiden zal uitvallen. Niet ver van de nullijn. Dit betekent dat voor de mensen die de afgelopen decennia bij de inkomensverdeling al karig bedeeld waren en hun hoop op Wilders hebben gezet, niets in het vat zit.

Neem daar nog bij dat onder de functionarissen van populistische groeperingen veel losers en ruziemakers zitten, dan wordt het straks feest voor de linkse oppositie. Wellicht kijken we straks op Wilders-I terug zoals we dat nu op het kabinet-Meloni na haar eerste jaar doen: her en der een schandaaltje door corrupte medewerkers en onkundige adviseurs en verder is er niet veel gebeurd. Nagenoeg stilstand. Stilstand kunnen we niet hebben. Maar dit is nu eenmaal de consequentie van het verkiezingsresultaat.

Literatuur

Kleinknecht, A. (2022), Krappe arbeidsmarkt is historische kans voor Nederland, S&D 79/4, blz. 15-25