Ten eerste is daar nog altijd het perspectief van de gevestigden. In dit verhaal ziet men alleen maar vooruitgang en zijn er geen verliezers. Globalisering heeft markten efficiënter en bedrijven innovatiever gemaakt. De technologie gaat met sprongen vooruit. Schaalvergroting leidt tot hogere productiviteit. De economie groeit. Ieder krijgt een groter stukje van de taart en de armoede in de wereld neemt af.

Door vrijhandel, economische liberalisering, het terugsnoeien van de staat en de creatie van internationale instituties als de Wereldbank, het IMF en de Wereldhandsorganisatie zijn vormen van internationale arbeidsdeling ontstaan waar de hele wereld van profiteert. Consumenten kunnen nu meer voedsel, gadgets en diensten kopen dan ooit te voren. De samenleving zal steeds homogener worden. Zeker, flinke aantallen werkers kunnen hun baan verliezen. Regio’s kunnen achterblijven. Burgers krijgen minder beslissingsmacht. Het bestuur zal steeds technocratischer worden. Maar voor zover er verliezers zijn, kunnen die ruimschoots – desnoods via een basisinkomen – met geld gecompenseerd worden. 

De andere vijf verhalen focussen op degenen die in het bovenstaande narratief aan het kortste eind trekken. Zelfs al groeit de economie en wordt de taart in absolute zin groter, de stukken worden steeds ongelijker verdeeld. Ook al worden spullen goedkoper en gaan mensen er als consument op vooruit en ook al mogen degenen die hun baan verliezen op bijstand en steun rekenen, het doet je wat als de fabriek waar je jaren lang hebt gewerkt sluit, de buurt zienderogen achteruit gaat, jongeren uit de streek wegtrekken, families uiteenvallen en je na eindeloos solliciteren een slechter betaalde baan vindt, waar je ook nog eens nauwelijks gekwalificeerd voor bent. Dan wordt duidelijk dat allerlei bronnen van welstand niet voor geld te koop zijn, dat ‘economische groei’ wel degelijk gepaard kan gaan met verlies en dat globalisering - alle succesverhalen ten spijt - een spoor van bitterheid en rancune door de wereld kan trekken.  

De verhalen die in Six faces of Globalization aan de orde komen hebben stuk voor stuk met globaliseringsverlies te maken. Echter de plot verschilt. Verlies en remedie worden anders gedefinieerd. In elk narratief verschijnen nieuwe spelers op het toneel en zien de te overwinnen obstakels er net even anders uit. Al stoelen de verhalen op dezelfde feiten en cijfers, ze plaatsen deze in een ander licht en trekken daar soms radicaal verschillende conclusies uit.  

Cover Six Faces of Globalisation. Who wins, who loses

Naast het de globalisering ophemelende verhaal van de neoliberale elite onderscheiden de auteurs achtereenvolgens:

  1. een globalisering en economische groei afwijzend verhaal, waarin ‘de planeet’ de grote verliezer is -denk aan klimaatopwarming;
  2. een rechts populistisch verhaal, waarin ‘de natie’ aan het kortste eind trekt en take back control de remedie is –denk aan Forum voor Democratie, Brexit of make America great again;
  3. een links populistisch verhaal waarin ‘klassen’ en dan vooral de arbeidersklasse en lagere middenklassen in Westerse landen de grote verliezers zijn en een green new deal soelaas moet bieden;
  4. een zich tegen multinationals en grote (tech)bedrijven kerend verhaal, waarin arbeiders en gemeenschappen wereldwijd de verliezers zijn en hervorming van de instituties van de wereldmarkt de belangrijkste oplossing is; 
  5. een geopolitiek verhaal waarin van de grote mogendheden vooral het Westen aan macht en prestige dreigt in te boeten en diplomatie  plus realistische machtspolitiek voor het gewenste militaire en ideologische evenwicht moet zorgen.    
“ Zelfs al groeit de economie en wordt de taart in absolute zin groter, de stukken worden steeds ongelijker verdeeld  ”

Kortom, geef een draai aan de caleidoscoop en het beeld op globalisering verandert. In plausibiliteit doen de verhalen niet voor elkaar onder. In elk gaat de aandacht uit naar misstanden of gevaren waaraan in de  andere geen of te weinig aandacht wordt besteed. Elk dreigt een boze of bezorgde minderheid te genereren die herstel of erkenning van geleden onrecht eist. Ieder ziet de splinter in een anders oog, maar niet de balk in zijn eigen 

De auteurs wijzen er nadrukkelijk op dat al deze verhalen van Westerse snit zijn. In Azië werden miljoenen uit de armoede getild en groeide de middenklasse. Daar is het perspectief op globalisering heel anders.

Wat de auteurs echter vergeten te vermelden is dat al deze verhalen ook ‘wit’ zijn. Niemand die het over de noodzaak van dekolonisatie heeft en ons attent maakt op de wijze waarop de ongelijkheid tussen bijvoorbeeld wit en zwart, man en vrouw en hetero of homo diep is doorgedrongen in de psyche en in de instituties van de samenleving en er nog een lange strijd nodig is om ons van dit soort vooroordelen te bevrijden en koloniaal onrecht recht te zetten. 

Samenvattend zijn het nu eens burgers, dan weer producenten, dan consumenten, dan laag opgeleiden en dan weer mensen met een andere huidskleur of lhbtiq+ers die er bekaaid van afkomen. Er is geen Groot Verhaal meer, met één winnaar of verliezer, maar een breed scala winnaars en verliezers. Economische groei kan niet alle verliezers compenseren, maar winst in de strijd tegen klimaatopwarming kan dat ook niet.  

De kunst is te voorkomen dat deze verhalen in zes bubbels met eindeloos herhaalde mantra’s veranderen. Dat kan alleen door beter naar elkaar te luisteren, de overlappingen in de verhalen te benoemen en waar dat kan coalities te sluiten. Het hele idee dat men moeilijke politieke overwegingen kan mijden door de waarden die mensen aanhangen langs eenzelfde meetlaat te leggen blijkt een illusie. Welvaart is een begrip dat van onverenigbare waarden aan elkaar hangt. Ze valt nooit perfect te realiseren. In de politiek gaat het dan ook niet om de keuze tussen goed en kwaad, maar zullen we altijd moeten kiezen tussen kleinere en grotere kwaden. 

Six Faces of Globalization. Who wins, who loses, Anthea Roberts and Nicolas Lamp. Harvard University Press, 2021