Aanknopingspunten blijken er genoeg te zijn. In het nieuwe nummer van de Helling, dat vlak voor de kerst verschijnt, komen vooral twee ideeën van Marx steeds terug: de bekende theorie van de fetisj van de waren, waarmee Marx uitlegt dat de sociale verhoudingen die leiden tot een product, aan ons verschijnen als objectieve eigenschappen van het product, waardoor datgene wat door sociale verhoudingen is geproduceerd, natuurlijk en objectief lijkt.

De internationale kledingindustrie is daarvan een goed voorbeeld. Wie weet wie zijn spijkerbroek heeft gemaakt en onder welke omstandigheden? Dat is aan het kledingstuk niet meer af te lezen. De waarde van de broek, uitgedrukt in de prijs, heeft niets meer te maken met de sociale waarde die aan de oorsprong van het hele productieproces stond.

Het tweede idee is hieraan gelieerd en vormt de kern van wat de meeste jonge Marxlezers willen duidelijk maken: de economie komt op ons over als een objectieve, onveranderlijke macht, die buiten en zelfs boven ons staat, maar is in werkelijkheid een door mensen gemaakt fenomeen. Ze is ontstaan door de geschiedenis, en zal ook weer veranderen door de geschiedenis.

Daaruit volgt een appèl aan burgers, politieke activisten, vertegenwoordigers en bestuurders: deze orde zal en kan veranderen, behandel haar dan ook niet als een van nature gegeven systeem waar we ons maar aan hebben aan te passen. Macht, ook economische, blijft altijd mensenwerk.

Na de vraag naar het politieke in onze samenleving in het herfstnummer van de Helling, staat in dit nummer het economische centraal. En het is pittige kost.
Voor de niet marxistisch geschoolde lezer is het misschien even wennen, al die marxistische termen. Ik licht er twee uit.

Omslag Helling nr4 winter 2014
Omslag tijdschrift De Helling winter 2014

De term ‘kapitalisme’, afgeleid van Marx' hoofdwerk Het Kapitaal, moet niet gelezen worden als een synoniem van neoliberalisme of simpelweg als een scheldwoord, maar als de beschrijving van een economische orde waarin het kapitaal het ordenende principe is. Alle waarde wordt uitgedrukt in geld of verhoudt zich daar op de een of andere wijze toe.

De term bourgeois, die Marx veelvuldig gebruikte en zelf ook aan het Frans ontleende, is onvertaalbaar. Het is de burger die zijn eigenbelang najaagt en op die manier de schakel vormt tussen het politieke en economische terrein. De bourgeois is de kapitalist. Niet te verwarren dus met de burger als citoyen, die juist voor het algemeen belang staat. In onze term ‘burger’ lopen beide door elkaar zoals dat in de praktijk vaak ook zo is. Om echter te analyseren hoe de wereld functioneert, is het theoretische onderscheid tussen bourgois en citoyen nuttig. Daarom gaat het vooral in deze Helling: Marx lezen om de wereld beter te begrijpen.

De wereld begrijpen is haar (willen) veranderen. De vraag naar verandering kan daarom niet achterwege blijven. Heeft Marx ons ook iets te zeggen als het gaat om de ontwikkeling van nieuwe visies en nieuwe bewegingen voor een rechtvaardige, duurzame en democratische samenleving? De antwoorden van de auteurs van deze Helling op die vraag laten maar één conclusie toe: vijfentwintig jaar na de val van de Berlijnse muur is Marx weer helemaal terug.

Meer over dit nummer staat hier