Interview Eva Rovers, medeoprichter Bureau Burgerberaad

“Ik vind het steeds moeilijker om mezelf voor te stellen”, zegt Eva Rovers lachend bij de start van het gesprek. Als schrijver en cultuurhistoricus schreef ze biografieën over Helene Kröller-Müller en Boudewijn Büch. De focus van haar werk verschoof echter steeds meer naar het heden en de toekomst.

Hoe kun je als individu bijdragen aan een betere wereld?, vroeg Rovers zich af. Want ze maakt zich grote zorgen over het klimaat en over biodiversiteitsverlies.

Dat leidde ‘tot een zekere moedeloosheid’. Daarom schreef ze Practivisme. Een handboek voor heimelijke rebellen, om te onderzoeken wat je als individu kunt doen aan dat soort immense problemen. Haar conclusie was vooral: probeer het niet alleen te doen.

“We moeten af van het idee dat iedereen individueel verantwoordelijk is voor de schade die een politiek-economisch systeem creëert. Maar hoe kan je als ‘gewoon mens’ dat systeem veranderen? De afgelopen dertig jaar hebben laten zien dat demonstreren en eens in de vier jaar stemmen niet voldoende is om politici ervan te overtuigen om de noodzakelijke klimaatmaatregelen te nemen.”

Twee jaar geleden hoorde ze voor het eerst over burgerberaden. Sindsdien volgt ze de voorbeelden uit het buitenland, en verbaast het haar meer en meer dat Nederland ‘met onze enorme overlegcultuur’ dit instrument nog nauwelijks toepast.

Daarom besloot ze zich met Bureau Burgerberaad hiervoor hard te maken, vanuit de overtuiging dat burgerberaden een oplossing bieden voor vele maatschappelijke vraagstukken. “Ik ben dus steeds meer een activist geworden”.

Illustratie van windmolen op een hand die het vredesteken maakt.
Illustratie: Arianne Faber

Op verschillende plaatsen wordt geëxperimenteerd met het beter betrekken van burgers bij de lokale politiek: denk aan de stadsgesprekken duurzame energie in Utrecht en de Friese burgertop. Wat is het verschil tussen dit soort initiatieven en een burgerberaad?

 “Soms wordt een burgerberaad inderdaad gezien als synoniem van burgerparticipatie. Maar een burgerberaad is een vorm daarvan. Belangrijk kenmerk is dat het bestaat uit minimaal honderd mensen, bij een landelijk burgerberaad liever nog meer. Maar nog belangrijker is dat de deelnemers via een gewogen loting worden geselecteerd.

Dat betekent dat je eerst geheel willekeurig een hele grote groep loot, bijvoorbeeld 20.000 mensen. Vervolgens loot je daaruit nog een keer op basis van bepaalde kenmerken zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en woonplaats, zodat de groep een goede afspiegeling vormt van de samenleving en je dus ook andere stemmen te horen krijgt. In principe moet iedereen in de samenleving kunnen denken: er zit iemand zoals ik in het burgerberaad.  

“ In principe moet iedereen in de samenleving kunnen denken: er zit iemand zoals ik in het burgerberaad ”

Bij andere vormen van participatie, zoals inspraakavonden, is dit niet het geval. Hier is er sprake van zelfselectie, met als gevolg dat het vaak dezelfde mensen zijn die participeren: bovengemiddeld geïnteresseerd in politiek of in het onderwerp, hoogopgeleid, overwegend man, wit. Met die groep is op zich natuurlijk niks mis, maar het is wel vertekenend als dit de enige groep is die je hoort. Door loting voorkom je dit.”

Lukt dit in de praktijk, burgers die zich normaal niet laten horen zo ver krijgen om tijd te steken in een burgerberaad?  

“Je moet er inderdaad niet vanuit gaan dat je een brief stuurt en mensen dan direct deel gaan nemen. Je moet ze vervolgens ook echt actief telefonisch benaderen en uitleggen wat het inhoudt. Maar vooral ook duidelijk maken dat ze geen expert hoeven te zijn, dat ze zelfs niks van het onderwerp hoeven te weten. Want daar zit namelijk vaak de crux: mensen denken vaak: ik weet hier niks van, ik ben hier niet slim genoeg voor.

Het vraagt dus om een persoonlijke benadering. Maar als je die extra moeite erin steekt, ontstaat een hele mooie afspiegeling van de samenleving. Ook met mensen die de politiek al helemaal opgegeven hebben. Juist die mensen merken: hé, er wordt wél naar me geluisterd en ik kan wel degelijk een bijdrage leveren.”

Wat doe je als deelnemers tussentijds afhaken?

“Als het goed is, heb je een back-up: je loot meer mensen in dan dat je nodig hebt. In Ierland werken ze bijvoorbeeld met een systeem waarbij ze bij een loting van honderd mensen, ook honderd mensen als back-up hebben. Als er dus iemand met een bepaald profiel afvalt, kunnen ze iemand anders met ongeveer hetzelfde profiel in het burgerberaad zetten. Dit blijkt goed te werken.

Maar je moet ook zorgen dat mensen die mee mogen doen, ook mee kunnen doen. Dit heeft niet alleen te maken met de manier waarop je informatie over een complex onderwerp deelt, het moet ook te combineren zijn met de thuissituatie en werk. Het is dus heel belangrijk dat er een dagvergoeding is. Denk aan zo’n 70 à 80 euro per dag. Geld moet geen reden zijn om mee te doen, maar ook geen reden om níet mee te doen.” 

Portretfoto Eva Rovers
Eva Rovers / Foto: Niels Vlug

Wordt er bij de loting ook gewogen op politieke voorkeur?

“Nee, in principe niet. Om te beginnen omdat maar een heel klein deel van de Nederlanders lid is van een politieke partij. Maar nog veel belangrijker: omdat die politieke kleur vaak geen statisch identiteitskenmerk is. Zaken als leeftijd en woonplaats zijn vaak veel bepalender dan de politieke partij waarop mensen stemmen.

In Schotland is bij het burgerberaad over klimaat bij de loting wel meegewogen hoe deelnemers tegenover het vraagstuk staan: sceptisch, neutraal of alarmistisch. Dit om te voorkomen dat er bijvoorbeeld een oververtegenwoordiging van mensen ontstaat die voor een klimaataanpak zijn.”

Vind je dat een goede aanpak? Want een zorg vooraf kan zijn: stel dat we allemaal klimaatsceptici inloten…

“Ik was er aanvankelijk geen voorstander van, omdat uit de praktijk blijkt dat je kunt vertrouwen op de gewogen loting. Want als je een eerlijke afspiegeling hebt van de samenleving, heb je zeer waarschijnlijk ook een eerlijke afspiegeling van alle opvattingen. Maar we zien steeds meer dat het voor de perceptie van het burgerberaad wel van belang kan zijn om houding ten opzichte van klimaat mee te nemen in de weging.

Op die manier kan je aantonen dat de mate van zorg over het klimaat onder deelnemers hetzelfde verdeeld is als onder alle burgers; dat maakt dat de rest van de samenleving meer vertrouwen heeft in de aanbevelingen. Niemand kan dan zeggen: ze zijn met deze aanbevelingen gekomen omdat er alleen maar klimaatgekkies in dat burgerberaad zaten.”

Wat zijn randvoorwaarden voor een succesvol burgerberaad?

“Naast loting, is tijd een belangrijke randvoorwaarde. Denk aan een weekend per maand. Voor een landelijk burgerberaad – waar vaak wat grotere onderwerpen centraal staan - kom je dan al snel uit op een half jaar.

Verder is het heel belangrijk dat er nog geen besluit ligt. Dus niet: we willen als gemeente windmolens plaatsen, laten we daar een burgerberaad over organiseren. Je moet een burgerberaad heel vroeg in het proces inzetten, op het moment dat de vraag nog helemaal open kan zijn. Doe het dus niet in de poging om het draagvlak te vergroten voor een besluit dat eigenlijk al genomen is.”

Dus de vraag aan een burgerberaad moet niet zijn: we willen windmolens plaatsen, waar en hoe moeten we dit precies doen?

“Nee, omdat je mensen dan voor een voldongen feit stelt. Je moet er juist op durven vertrouwen dat deelnemers ook mee kunnen denken over de vraag of windmolens wel de ideale oplossingen zijn voor het probleem.

Het eigenlijke probleem is immers niet ‘waar gaan we de windmolens neerzettenmaarhoe gaan we de stad toekomstbestendig maken?’ Dáár moet je een burgerberaad over organiseren. Als er al een besluit is genomen, moet je daar als gemeente eerlijk over zijn en geen ‘schijnparticipatie’ gaan organiseren.

“ Je moet er juist op durven vertrouwen dat deelnemers ook mee kunnen denken over de vraag of windmolens wel de ideale oplossingen zijn voor het probleem ”

De andere randvoorwaarde is een helder mandaat. Dit betekent dat de overheid een duidelijke opdracht meegeeft en vooraf aangeeft wat ze met de aanbevelingen gaat doen. Je kunt zeggen: we nemen de adviezen integraal over. Dit zal, zeker als het de eerste keer is dat een burgerberaad wordt georganiseerd, niet zo snel voorkomen, want dit vindt de politiek te spannend.

Je kunt ook zeggen: we zullen de adviezen in de gemeenteraad of in de Tweede Kamer bespreken en er slechts onder déze voorwaarden vanaf wijken. Als dit vooraf maar heel duidelijk is. Dat is wel echt een van de lessen uit het buitenland: als dit aan de voorkant niet helder is, krijg je aan de achterkant ellende.”

Heb je een voorbeeld waar dit niet goed is gegaan?

“Ja, in Frankrijk. Macron zei vooraf: “Ik ga alle aanbevelingen ‘ongefilterd’ overnemen”. De fout was alleen dat hij dit mandaat niet kon geven, want hiermee passeerde hij het parlement. En nu zegt het parlement “wij zijn hier niet in gehoord” en ligt het enorm dwars. Degene die het mandaat geeft, moet dus wel degene zijn die dit ook waar kan maken.

Macron had er verstandiger aan gedaan als hij het parlement warm had gemaakt voor een burgerberaad, en gezamenlijk het mandaat had gegeven. Dan zijn degenen die de aanbevelingen uiteindelijk moeten omzetten in wetgeving bij voorbaat gecommitteerd.”

Dus de les is: als je een burgerberaad wilt organiseren, doe dit dan altijd in samenspraak met de raad of het parlement?

“In ieder geval met degenen die met de uitkomst aan de slag moeten. Dat is heel belangrijk. In theorie kan de rol van een burgerberaad ook puur adviserend zijn. Dan leg je je als politiek nergens op vast en weten burgers in ieder geval wat ze kunnen verwachten.” Lachend: “Vrij weinig.”

“Een bindend burgerberaad komt overigens wel voor. In Polen nemen heel veel steden de klimaatopgave op zich omdat de landelijke politiek dit behoorlijk laat liggen. En die steden zijn allemaal zeer bereid om een bindend burgerberaad in te stellen.

Dit vraagt wel van burgemeester en raadsleden dat zij erop durven te vertrouwen dat burgers met serieuze maatregelen komen. Het mooie is: dit is ook het geval. Er komen nooit idiote, onhaalbare of destructieve plannen uit. De plannen gaan wel vaak verder dan die van de regering of het college van B en W, maar zijn daarmee juist betere oplossingen voor het probleem. ”

Is het gebrek aan vertrouwen in jouw ogen de belangrijkste reden dat burgerberaden nog weinig in Nederland worden ingezet?

“Ik denk dat vooral het polderen een belangrijke reden is dat het er nog weinig van gekomen is. Wij zijn in Nederland trots op dit model en hebben het idee dat dit goed werkt. Terwijl burgers bij al dat gepolder vaak buitenspel staan – zie de klimaattafels.

Maar een gebrek aan vertrouwen speelt ook mee ja. En het is ook niet gek dat de burger een beetje gewantrouwd wordt. Beleidsmakers en politici worden namelijk overwegend geconfronteerd met ‘boze burgers’, met mensen die het ergens niet mee eens zijn.

En als dat degenen zijn die je iedere dag via sociale media en inspraakmomenten voorbij ziet komen, kan ik me voorstellen dat je denkt: zijn dit de mensen die ik belangrijke beslissingen moet laten nemen? Het punt is alleen dat dit vaak maar een kleine, niet-representatieve groep is.

Bovendien zijn boze burgers vaak heel betrokken, maar hebben zij vooral het gevoel dat er niet naar ze geluisterd wordt. Luister naar ze, neem ze serieus en die boosheid verandert in betrokkenheid.”

Het kost ook geld om adviezen uit te voeren. Vormt dit geen drempel voor het overnemen van bepaalde aanbevelingen?

“Dit wordt meegenomen in het proces. In de informatiefase krijgen deelnemers namelijk te horen wat de financiële en juridische kaders zijn. Het is dus niet zo dat deelnemers in het wilde weg plannen kunnen gaan bedenken. Het idee is dat de aanbevelingen ook echt omgezet kunnen worden in beleid.”

Als GroenLinks-afdelingen een burgerberaad willen inzetten, wat betekent dit dan voor de eigen ideeën van de partij? Moet GroenLinks zich in haar verkiezingsprogramma dan bijvoorbeeld nog wel uitspreken over de maatregelen die zij voor ogen heeft om de gemeente te verduurzamen?

“Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Je kunt prima in je verkiezingsprogramma beargumenteren welke maatregelen volgens jou het beste zijn. Tegelijkertijd kun je pleiten voor een burgerberaad, waarbij je zegt: dit zijn onze standpunten, maar we laten het aan de samenleving over om te kijken in hoeverre ze deze standpunten ondersteunt. Dan laat je ook meteen zien dat je mensen niet wilt betuttelen en ze serieus neemt.

“ Loot mensen uit alle gremia uit de partij, dus van Kamerleden tot leden die nooit naar een vergadering komen, leg ze een prangende vraag voor en kijk eens wat daaruit komt ”

Met een burgerberaad krijg je de geïnformeerde mening van mensen. Als politicus moet je dat zien als een cadeautje. Je krijgt zicht op wat er leeft, waar behoefte aan is en welke oplossingen er vanuit de samenleving worden aangedragen. En het grappige is: mensen komen écht met oplossingen die creatiever zijn, die dwars door alle partijpolitieke ideologieën heengaan.

Er worden zoveel verschillende aspecten in meegenomen, dat ze moeilijk onder te brengen zijn bij één partij. En juist daarom zo goed aansluiten bij de samenleving als geheel. Het werkt dus minder fragmenterend en meer verbindend.”

Ik kan me voorstellen dat hoe lokaler je een burgerberaad inzet, hoe meer je te maken krijgt met het effect dat vaak als Nimby (‘not in my backyard’) wordt aangeduid. Is dat zo? En hoe ga je hiermee om?

“Dat valt wel mee. Die Nimby’s ontstaan juist doordat mensen niet betrokken worden. Opeens worden ze geconfronteerd met een beslissing die ze niet begrijpen of waarvan ze niet weten hoe die tot stand is gekomen.

Terwijl je ziet dat op plekken waar mensen vroeg in het proces zijn betrokken, dit Nimby-effect veel minder groot is. Omdat mensen dan begrijpen wat het probleem is, wat de mogelijkheden zijn, wat de hobbels zijn die genomen moeten worden, wat de politieke afwegingen zijn.

Want dat is ook het mooie van burgerberaden: mensen ondervinden aan den lijve hoe complex de afwegingen zijn die politici en beleidsmakers moeten maken. En alleen al dáárdoor krijgen ze meer begrip voor besluiten.”

Nu is het mogelijk dat burgers überhaupt geen klimaatmaatregelen willen. Zou je daarom vooraf kunnen zeggen: de oplossingen die een burgerberaad aandraagt moeten sowieso bijdragen aan het behalen van klimaatdoelstellingen?

“Ja, dat kan. Je kunt een vraag heel open formuleren, maar je kunt ook zeggen: er zijn nieuwe EU-doelstellingen geformuleerd voor de reductie van broeikasgassen: hoe gaan we daar invulling aan geven? Zo’n soort vraag lag in Frankrijk voor: Hoe zorgen we dat Frankrijk in 2030 minimaal 40 procent minder broeikasgassen uitstoot op een sociaal rechtvaardige manier? Maar gedetailleerder dan dat zou ik het niet maken.”

Kun je een burgerberaad eigenlijk ook gebruiken als instrument binnen een politieke partij, bijvoorbeeld aanvullend of als alternatief voor een congres?

“Absoluut! Je kan het eigenlijk overal gebruiken: binnen een bedrijf, binnen een universiteit, op wijk-, gemeentelijk en landelijk niveau. Er zijn nu zelfs plannen om een wereldwijd burgerberaad te organiseren over klimaat, een global assembly. Dus ja, overal waar besluiten moeten worden genomen, kun je een burgerberaad organiseren.”

Lachend: “Je kunt het zelfs inzetten binnen je gezin. Maar inderdaad, binnen een politieke partij zou heel interessant zijn. Het gaat nu steeds over een nieuwe bestuurscultuur. Probeer het eens deliberatief, in plaats van steeds dat competitieve en debatterende. Loot mensen uit alle gremia uit de partij, dus van Kamerleden tot leden die nooit naar een vergadering komen, leg ze een prangende vraag voor en kijk eens wat daaruit komt.”   

Zes tips voor een succesvol burgerberaad

  1. Zet een burgerberaad vroegtijdig in, als er nog geen maatregelen vastliggen en er dus een open, ambitieuze vraag geformuleerd kan worden. Een mooi voorbeeld is de gemeente Steenwijkerland, waar een burgerberaad is georganiseerd over de vraag: “Hoe maken we samen Steenwijkerland energieneutraal?”
  2. Stel het burgerberaad samen via gewogen loting om zo een eerlijke afspiegeling van de samenleving te krijgen en ook stemmen te laten horen die via andere vormen van inspraak vaak niet gehoord worden.
  3. Zorg vooraf voor een helder mandaat, in samenspraak met de gemeenteraad of Tweede Kamer. Maak ook vooraf duidelijk hoe de politieke follow-up achteraf eruit zal zien.
  4. Durf erop te vertrouwen dat burgers met serieuze maatregelen komen. Laat een burgerberaad bij voorkeur niet enkel adviserend zijn, maar neem de uitkomsten serieus door er alleen onder bepaalde vooraf vastgestelde voorwaarden vanaf te wijken.
  5. Geef in de informatiefase de juridische en financiële kaders mee, zodat de oplossingen ook om te zetten zijn in beleid. 
  6. Maak gebruik van de kennis en ervaring die al is opgedaan. Zie bijvoorbeeld Dossier: Climate Citizens’ Assemblies - Pakhuis de Zwijger, de gids Guide to Citizens’ Assemblies, het uitgebreide OESO-rapport Catching the Deliberative Wave, het artikel Getting Climate Citizens’ Assemblies Right, Home G1000 Burgerberaad Burgerforum en dialoog participatie en ga in gesprek met (buitenlandse) collega’s.

Zie ook bureauburgerberaad.nl

- Wat is een burgerberaad? -

Een burgerberaad is een door een gewogen loting aangewezen groep burgers die zich buigt over een vraagstuk en aanbevelingen doet aan de politiek. De deelnemers vormen een zo goed mogelijke afspiegeling van de samenleving. Een burgerberaad doorloopt drie fasen:

  1. Informeren: de deelnemers krijgen informatie aangereikt van experts, ervaringsdeskundigen en belangengroepen. Hierbij worden alle kanten van het onderwerp belicht. Deelnemers kunnen ook zelf sprekers of informatie aanvragen.
  2. Delibereren: deelnemers gaan in kleine groepen met elkaar in gesprek. Samen zoeken zij naar oplossingen voor het vraagstuk en formuleren aanbevelingen. Een onafhankelijke gespreksbegeleider zorgt ervoor dat iedereen gelijkwaardig aan het woord komt.
  3. Adviseren: de hele groep stemt over de geformuleerde aanbevelingen.

De aanbevelingen worden verwerkt in een rapport. Bij iedere aanbeveling staat hoeveel procent van de deelnemers deze steunt.

Illustratie van de presentatoren van podcast Groene Gasten #9

Verder luisteren

Meer weten over dit onderwerp? Eva Rovers was ook te gast in onze podcast Groene Gasten #9 Redden burgerberaden de energietransitie?