Orthodoxe imams en niet-celibataire priesters

Eind vorig jaar ontstond er commotie over het aangekondigde bezoek aan Nederland van de Marokkaanse imam Mohammed al-Maghraoui. Het was niet de eerste keer dat een zeer orthodoxe imam in opspraak is geraakt. En het was waarschijnlijk niet de laatste keer. Er bestaat immers een handjevol heren dat zichzelf rekent tot de beheerders van het archief waarin de Koran stof ligt te verzamelen.

De commotie bereikte ook de tafel van Pauw en Witteman. De gasten deelden - terechte – weerzin tegen de imam. Enkele jaren terug sprak hij een fatwa uit waarin hij huwelijken met meisjes vanaf 9 jaar toestond. Zijn verdediging destijds was: 'Ik ben een theoloog, ik verzin dit niet zelf. Het is de profeet die het vóór mij heeft gezegd'.

Aan dezelfde tafel bij Pauw en Witteman zat ook de Eindhovense priester Jan Peijnenburg met zijn geliefde Threes van Dijck. De kerk stond hun relatie al meer dan 45 jaar oogluikend toe. Maar de net aangetreden hulpbisschop Rob Mutsaerts startte onlangs een onderzoek door de kerkelijke rechtbank. Als het paar vanaf 1 december niet gescheiden zou verder leven, mocht de 'niet-celibataire' priester zijn ambt niet meer vervullen.

De geest van de wet

Deze twee niet te vergelijken verhalen, hebben toch een gemeenschappelijke deler: religieuze autoriteiten laten de letter van de heilige wetten zwaarder wegen dan de vrijheid van de geest. Het beschuldigen van andersdenkende en -handelende geloofsgenoten van afvalligheid, belediging, verraad kan voor autoriteiten een beproefde methode zijn om de macht te verwerven en te bewaken. Want de droom van het goede leven die achter de regels zit is voor hen bedreigend. Als het niet om de letter van de wet gaat, maar om de geest van de wet, dan ontstaat er immers ruimte. En dat is bevrijdend. Binnen het christendom en de islam vinden zoektochten plaats naar de vrijheid van de geest.

De ontkerkelijking en ontzuiling vanaf de jaren vijftig en zestig laten zien dat de zoektocht binnen het christendom ver is gevorderd. Het Bijbelse verhaal over 'de overspelige vrouw' kan al geïnterpreteerd worden als een pleidooi voor de vrije geest. In dat verhaal vraagt een groep schriftgeleerden en Farizeeën wat te doen met een op heterdaad betrapte overspelige vrouw? Eerst zwijgt Jezus en dan zegt hij: 'Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen werpen'. Eén voor één liepen de geleerden weg. Jezus oordeelde niet, maar door de stilte die hij liet vallen schiep hij ruimte voor de geest die achter de wet is te vinden.

Ook binnen de islam vinden vergelijkbare zoektochten plaats. De inmiddels overleden islamoloog Nasr Abu Zayd zocht tot zijn laatste adem naar de geest en de letter in de tekst. Hij moest vluchten van Cairo naar Nederland, omdat zijn geloof hem te dierbaar was om over te laten aan de grootste schreeuwers. Hij verzette zich tegen de orthodoxie die de geest achter de letter vergeet. Hij zei: 'Religie is niet de absolute waarheid van de dode letter. Religie is steeds opnieuw de betekenis te ontdekken van traditie, in steeds veranderende omstandigheden'. Met dit citaat laat Abu Zayd zien dat de islam noch goed noch slecht is. Er is geen vaststaande betekenis.

Vrijheid van geest

De betekenis van het geloof moet telkens opnieuw en met nieuwsgierigheid onderzocht worden. Teksten krijgen pas betekenis in een context die verandert met de tijd en cultuur. In plaats van het uitvaardigen van fatwa's, het opleggen van verboden door de kerkelijke rechtbank en het uitspreken van dogma's over hoe te denken en te handelen, zou het moeten gaan om het steeds opnieuw lezen en leren van de letter om achter de geest van de letter te komen.

Religieuze autoriteiten zouden het zelfstandig nadenken centraal moeten stellen. Een toegewijd gelovige die zelfbewust en zelfverzekerd is, is niet bang voor een open en vrij debat. Niet bang voor twijfel. Het archief waar de letter ligt opgeborgen moet opengebroken, afgestoft en onderzocht worden. Heruitvinden, herinterpreteren, herformuleren. De zoektocht naar de vrijheid van de geest leidt tot nieuwe kansen, maar vraagt om moed.

De priester Jan Peijnenburg is iemand die moed heeft gevonden. Hij vecht zijn zaak aan bij de rechter. Bemoedigend is ook te zien hoeveel islamitische Nederlanders de omstreden imam geen warm welkom, maar een koude douche geven via sociale media. Het zijn tekenen van het seculariseringsproces zoals onze samenleving die eind jaren vijftig heeft gekend.
Moed is vereist voor de nieuwe generatie moslims. Zij moet zich niet meer tevreden laten stellen met makkelijke antwoorden van religieuze autoriteiten die zich baseren op de letter. Trotseer liever de behoudzuchtige beheerders van het archief, stof de teksten af en hou ze tegen het licht van de 21ste eeuw.

Dit artikel is een samenvloeisel van een preek van Röselaers en een overdenking van Dibi die zij eind 2011 hielden tijdens een kerkdienst in Vrijburg.