Basisinkomen, internationaal perspectief en macht pharmaceutische industrie

(De notitie van Bram van Ojik is hier te vinden)

Jannie Bos levert verschillende ideeën aan voor de visie van GroenLinks op sociale zekerheid.

Wat betreft: Werkgelegenheid, rechten van flexwerkers, positie van mensen die niet meekunnen, wat is de publieke taak?

1. Ook oplossingen zoeken voor de oneerlijke concurrentie met niet-Nederlandse goedkope Europeanen, die onder de in Nederland geregelde minimumvoorwaarden werken. Dit kost klussers, zzp'ers en bedrijven veel werk.

2. Sociale vangnetten organiseren is een particuliere én een publieke taak. Particulier krijg je het niet voor elkaar voor heel Nederland. Belangrijk is wel te zorgen voor maatregelen tegen geldverspilling, bureaucratie en inefficiëntie bij de overheid.

3. De ideeën van GL over een basisinkomen voor iedereen bieden mogelijkheden voor eerlijke kansen voor iedereen.

Wat betreft de verhouding individu-overheid-markt en het vergroten van keuzevrijheid en eigen zeggenschap:

1. Naast individu, staat (Nederlandse overheid) en markt zijn ook belangrijk: de natuur, Europa en het wereldtoneel: instellingen als de VN, NGO's, IMF en de Wereldbank.

2. Binnen de markt raakt de macht geconcentreerd bij een paar multionationale bedrijven, bv. op gebied van farmacie. Daarom:

- Invloed van de farmaceutische industrie op medisch onderzoek en artsen verminderen, geeft kans op minder pillen en meer psychotherapeutische en sociale hulp.

- Mensen door informatie vrij hun geneeswijze kunnen laten kiezen. Daarom terugdraaien van het verbod op publicatie van waar een homeopatisch zelfzorgmiddel voor dient.

3. Om kinderen zelfstandig te helpen zijn ten opzichte van de markt, is het belangrijk initiatieven te steunen en op te zetten zoals dat van Henk Oosterling in de Rotterdamse achterstandswijk Bloemhof: Toevoeging van de vakken judo, eten en koken, tuinieren en energielessen en filosofie op een basisschool zorgde ervoor dat deze kinderen op sociaalemotionele ontwikkeling beter scoorden. De leerlingen werden evenwichtiger, makkelijker aan te spreken, beter op elkaar ingesteld, kunnen beter argumenteren en na een enorme achterstand scoorde de school met de Cito-toetsen nu boven het landelijk gemiddelde.

Basisinkomen

Stefan van der Fange pleit voor een basisinkomen.

In een tijd waarin een baan alles behalve een zekerheid is, kan een basisinkomen een perfect manier van sociale zekerheid bieden. Die zekerheid van werk zal alleen maar afnemen met de automatisering, mechanisatie en outsourcing. Dat is ook niet erg, veel werk is best vervelend en saai.

Een basisinkomen, voldoende om redelijk van te leven (voor Nederland zo'n €1150 pp), scheelt heel veel bureaucratie. Het is namelijk onvoorwaardelijk. Daarmee kunnen alle huidige potjes worden opgeheven (WW, AOW, Ziektewet, Stufi, WAO, WIA, WA-jong, zorgtoeslag, huurtoeslag, etc. etc.).

Wie meer geld wil, kan uiteraard gaan werken. Maar vooral vrijwilligerswerk (vaak belangrijker voor een samenleving dan het huidige betaalde werk), kunst, en het opvoeden van kinderen kunnen weer meer aandacht krijgen. Met alle positieve gevolgen van dien. Zo'n basisinkomen zal ook depressiviteit, ziekte en criminaliteit verlagen, is mijn inschatting (maar onderzoek dit aub!).

Hoe betaal je het? Via belastingen uiteraard, en via besparingen op bovengenoemde punten. 

Inzetten op arbeidstijdverkorting

Alfred Kleinknecht, lid van de GroenLinks-werkgroep arbeidsverhoudingen en hoogleraar economie van innovatie, vindt dat GroenLinks arbeidstijdverkorting (een manier om het beschikbare werk over meer mensen te verdelen) op de kaart moet zetten.

· De huidige werkloosheid (vooral in Zuid-Europa, minder in Nederland) is ook structureel van aard, niet alleen conjunctureel. Dit betekent dat er domweg te weinig productiecapaciteit is om bij een aantrekkende conjunctuur (mocht dat gebeuren) mensen weer een redelijk per­spectief op zinvol werk te geven. Links moet dus arbeidstijdverkorting (ATV) op de kaart zetten. Rechts zal dan roepen dat dit ten koste gaat van de economische groei. Daar hebben ze (een beetje) gelijk mee, maar wij moeten (met Arnold Heertje) insisteren op een breed wel­vaarts­begrip: welvaart is niet alleen BNP, maar ook natuurschoon of vrije tijd. Als we nu allemaal een halve dag minder wer­ken in ruil voor 10% minder loon? Of als de vakbond de loonruimte toekomstig niet voor loons­verhogingen, maar voor de financiering van ATV gebruikt?

· Zeer mee eens dat hogere groei niet vanzelfsprekend tot meer werkgelegenheid leidt! Wij heb­ben uit ons onderzoek tal van voorbeelden van "jobloze groei". Zo is in de jaren zestig (bij hoge BNP groei!) het totaal aantal gewerkte uren in Europa zelfs licht gedaald. De enige reden dat dit niet tot massale werkloosheid leidde was arbeidstijdverkorting. Ik zie in het high tech district rond Eindhoven tal van ontwikkelingen die straks veel arbeid zullen besparen. Het zou me niets verbazen als binnen 10-20 jaar massaal laagwaardig werk in de dienstverlening verdwijnt.

· Volgens mij is de relatieve krimp van vaste banen en de groei van zzp'ers deels con­junc­tu­­reel van aard: ook in het verleden ging groei van flexibel werk samen met hogere werk­loos­heid en andersom. Deels wordt flexwerk echter ook bevorderd doordat: (a) de ziektewet (2 jaar door­be­talen) vooral kleine bedrijven afschrikt om mensen in vaste dienst te nemen en (b) doordat zzp'ers fiscaal wel erg vriendelijk worden behandeld (starterskorting, ondernemers kor­ting).

· Links zou dus bij onderhandelingen aan rechts concessies kunnen doen om de ziektewet te ver­soberen in ruil voor concessies op andere terreinen. En de fiscale privileges van zzp'er­s zouden kunnen worden versoberd. Als ik "Van Dijk­hui­zen" dezer dagen goed lees, hebben zij (impliciet) dit laatste ook voorgesteld.

· Het oplossen van het insider-outsider probleem door het 'aanpakken van privileges van insi­ders' (Vrijheid Eerlijk Delen) berust op een misvatting. Ik ben blij dat je daar (impliciet) af­stand van neemt. Landen met een gedereguleerde arbeids­markt hebben immers relatief veel grotere groe­pen werkende armen met een precair bestaan dan landen met rigide arbeidsmarkten in Old Europe.

Een groot probleem bij het schrijven van een GroenLinkse visie is dat op dit moment nie­mand kan voor­spellen wat de conjunctuur gaat doen. Historische crises als deze kunnen vrij lang duren (de his­torische ervaring na 1875 en na 1929 stemt niet vrolijk). Maar er zijn ook lichtpunten. Het kan vol­gend jaar aantrekken, of de crisis kan nog jaren doorsukkelen. We weten het domweg niet, want de crisis is in haar aard historisch vrij uniek. Daarom lijkt me een insteek op solidaire herverdeling van het nog bestaande werk via arbeidstijdverkorting nog niet zo gek.