Migratie roept beelden op van muren, grenzen, politie, onzekerheid, armoede en dood. Migratie wordt meestal besproken als een bedreiging, een ongewenst maar ‘noodzakelijk kwaad’, een aarzelend offer gebracht op het altaar van economische gezondheid.

Het politieke discours rond migratie is doordrenkt van angst. Migranten worden afgeschilderd als een crisis, een bedreiging voor onze identiteit, hier om onze ‘manier van leven’ te vernietigen, om ‘onze banen in te pikken’.

Foto bij artikel Het einde van Fort Europa
Illustratie: Laura Liedo

De retoriek is nostalgisch en verlangt naar die goede oude tijden van (soevereine!) naties, gezinsinkomens en (witte) mannelijke kostwinners – ongeacht het feit dat soevereiniteit, gezinsinkomens en fatsoenlijke banen ook vroeger slechts beschikbaar waren voor sommigen.

Het beleid van de Europese Unie weerspiegelt deze sentimenten. Sterker nog, de term ‘Europese manier van leven’ is naar voren gekomen als het nieuwe officiële verhaal van de EU sinds de Europese verkiezingen van 2019. De benadering is vooral praktisch, gesmeed door compromissen tussen (economisch) liberale EU-lidstaten die meer ‘markt’ en diversiteit promoten, en conservatieven die beweren ‘traditionele’ instellingen zoals het gezin en de natie te beschermen, vaak zinspelend op etnische zuiverheid.

Maar zelfs rechtse partijen moeten toegeven – zij het niet expliciet – dat zonder een gestage instroom van buitenlandse arbeiders, de meeste EU-landen al snel met economische instorting te maken zouden krijgen. Ze aanvaarden daarom immigratie, maar willen meer filtering en minder rechten voor immigranten. Kijk maar naar het schandaal in Polen met betrekking tot honderdduizenden werkvisa die in ruil voor smeergeld werden afgegeven terwijl de anti-immigratiepartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) aan de macht was.

Dystopisch vooruitzicht: Fort Europa

Fort Europa en het Middellandse Zee-kerkhof als een steeds realistischer visie en uitkomst van het migratiebeleid van Europa, is een directe uitdrukking van deze tegenstelling. Tussen ‘meer markt’ en ‘meer grensbescherming’ kiest de EU voor beide.

De ‘historische’ migratiedeal van de EU, aangekondigd in juni 2023 (en gesloten in december 2023 - red.), heeft bijvoorbeeld tot doel een evenwicht te vinden tussen beide. Aan de ene kant introduceert de deal een nieuw tweesporenfiltersysteem, waarbij kansrijke en niet-kansrijke immigranten meteen aan de grens worden gescheiden: degenen die waarschijnlijk niet zullen worden geaccepteerd, worden onderworpen aan strengere procedures, gemakkelijker afgewezen en verscheept naar waar het land passend acht (inclusief plaatsen met gedocumenteerde schendingen van de mensenrechten).

Aan de andere kant schrijft de EU ‘verplichte solidariteit’ voor: de verplichting om jaarlijks zo’n 30.000 succesvolle aanvragers over het hele continent te herplaatsen. Elk land heeft de mogelijkheid om migranten op te nemen of 20.000 euro te betalen voor elke persoon die ze afwijzen. Het verzamelde geld zou in een gemeenschappelijk fonds gaan om ongedefinieerde projecten in het buitenland te financieren.

Hoewel ongedefinieerd, kan men gemakkelijk raden waar die projecten over gaan. Tijdens haar bezoek aan Tunesië met de Italiaanse extreemrechtse premier Giorgia Meloni in juli, beloofde de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen ‘Tunesië te steunen bij grensbeheer’, waarvoor de EU 100 miljoen euro zal verstrekken. En er zijn veel meer van dit soort regelingen. Een rapport uit 2021 ontdekte dat de EU en haar lidstaten de bouw van detentiecentra voor migranten financieren en pleiten voor detentie in 22 landen op de Balkan, in Afrika, Oost-Europa en West-Azië. De privatisering van de detentie van migranten is al aan de gang.

“ De EU pompt veel geld in thermische camera’s, bewegingssensoren, drones en geluidskanonnen aan de grenzen ”

Hetzelfde geldt voor grensbescherming. De EU pompt veel geld in het installeren van thermische camera’s, bewegingssensoren, drones en geluidskanonnen aan de grenzen. Lidstaten hebben tot nu toe bijna 1800 kilometer aan hekken aan hun grenzen gebouwd, en de EU staat onder toenemende druk om dat te financieren.

Binnen Fort Europa wordt beweging tegelijkertijd aangemoedigd en in sommige gevallen zelfs geïdealiseerd, geprezen als een van de succesverhalen van de EU (zoals in het geval van het studentenuitwisselingsprogramma Erasmus). Intra-Europese migratie wordt juist gezien als bevorderlijk voor ‘onze manier van leven’.

Tegen deze achtergrond lijken voorstellen voor een drastische toename en uitbreiding van migratie, door staatsburgers van landen buiten Europa voor specifiek werk tijdelijk een Europees visum te geven, kortzichtig, zo niet utilitair en discriminerend. Liberale denkers als Branko Milanović zijn zich er wel degelijk van bewust dat dit soort oplossingen een onderklasse zal produceren.

Deze moreel dubieuze voorstellen, die migratie alleen bespreken in termen van wat Europa ‘nodig heeft’, zijn net zo dystopisch als de voorstellen die migratie beperken, om nog maar te zwijgen van het feit dat ze geen rekening houden met de kosten van al dat heen en weer reizen voor de arbeiders uit landen buiten de EU.

Progressieve utopieën

Fort Europa is zeker niet de enige dystopie die er is. In het licht van de klimaatcrisis duiken overal nieuwe concepten van gemeenschapsleven op. Van het plan voor de slimme stad The Line in Saoedi-Arabië tot de autonome stad ‘ergens in de Middellandse Zee’ van miljardair Peter Thiel, ziet de toekomst er somber uit. Dus wat als we het omkeren? Wat als we in plaats van naar dystopie te marcheren, utopische brillen opzetten?

Het vermeende ‘einde van de geschiedenis’ – het idee dat de mensheid geëvolueerd is naar zijn laatste politieke en economische systeem in de vorm van de kapitalistische liberale democratie, omdat ‘er geen alternatief is’ – betekende ook het ‘einde van de toekomst’ in de termen van de filosoof Franco Berardi, of het ‘einde van utopie’ in de termen van de socioloog Rastko Močnik. Het luidde de afwijzing van utopieën in: dat waren maar gevaarlijke projecten, irrationeel en escapistisch, zelfs potentieel totalitair.

We weten nu dat de geschiedenis nooit is geëindigd. In feite beleven we haar turbulente ‘terugkeer’. We weten ook dat utopieën niet zijn geëindigd; ze hebben gewoon een soort dystopische make-over gekregen. We zijn niet gestopt met het bedenken van andere werelden (er zijn genoeg slechtere werelden die we kunnen bedenken), we zijn gestopt met het bedenken van betere.

Filosoof Ernst Bloch ontkoppelt utopieën van het idee van vooruitgang. Het begrip vooruitgang is immers onlosmakelijk verbonden met verschillende vormen van onderwerping: patriarchaat, kolonialisme, imperialisme en uitbuiting, om er maar een paar te noemen. Bloch ziet utopie als een kritische blik op onze conventionele ideeën over realiteit en wat mogelijk en onmogelijk is. In de filosofie van Bloch is de toekomst open.

Nieuwe horizonten

Door Bloch te volgen in zijn zoektocht utopieën die niet gebaseerd zijn op vooruitgang, in zijn nadruk op de mogelijkheid van verandering en de rol van mensen daarin (in tegenstelling tot de huidige trend om mensen buiten beschouwing te laten en te vertrouwen op objecten, natuur of technologie), en in zijn nadruk op processen – op het worden, eerder dan zijn – kunnen we proberen andere richtingen voor ons migratiebeleid te schetsen.

Een startpunt is het loslaten van utilitaire benaderingen die migratie op basis van behoefte mogelijk maken – zoals arbeidstekorten of vergrijzing.

“ We moeten heroverwegen wat de EU zou moeten zijn, om te voorkomen dat we een apartheidsstaat worden ”

We moeten heroverwegen wat de EU is en zou moeten zijn, om te voorkomen dat we echt veranderen in de apartheidsstaat waar we nu op afstevenen, waarin sommige burgers meer rechten hebben dan anderen. Wat zijn precies die ‘Europese waarden’ die zo ijverig worden geprezen? Op dit moment lijkt het een willekeurige selectie van kenmerken te zijn waarmee Europa bekend wil staan – zoals democratie, de rechtsstaat en economische welvaart – die ongemakkelijke en net zo ware karakteristieken als overheersing, uitbuiting, kolonialisme, fascisme en de voortdurende brute behandeling van migranten negeert.

Een verschuiving van de focus op etnisch-nationalistische banden naar het opbouwen van gemeenschappen verenigd rond gemeenschappelijke doelen – zoals ecologische duurzaamheid, gezondheidszorg van hoge kwaliteit en sociale bescherming – kan het perspectief van de EU verplaatsen van dystopie naar utopie. Dit zou ook betekenen dat de eisen die we stellen aan mensen die staatsburger willen worden veranderen – een stap die Europese elites lijken te weigeren te nemen.

Vreemd genoeg kan de Servische regering dat wel. Servië heeft onlangs een wijziging in zijn staatsburgerschapswet aangenomen die, als zij wordt goedgekeurd, immigranten en asielzoekers na slechts 12 maanden verblijf het Servische staatsburgerschap zou geven. Als reactie hierop waarschuwden EU-functionarissen dat Servië zijn migratiebeleid gelijk moest houden met het migratiebeleid van de EU, vanwege het huidige visumvrije regime.

In hun boek The Dawn of Everything geven David Graeber en David Wengrow een overtuigend weerwoord tegen de gangbare wijsheid dat menselijke samenlevingen zich lineair en progressief van de ene fase naar de andere ontwikkelen. In feite hebben mensen millennialang geschoven tussen hiërarchische en egalitaire vormen van organisatie, bewust sociale structuren opbouwend en vernietigend.

Graeber en Wengrow identificeren drie basisvrijheden: de vrijheid om te ongehoorzamen, de vrijheid om weg te gaan, en de vrijheid om sociale orde te creëren en te transformeren. Deze vrijheden komen voor in alle culturen en tijdperken, waardoor premoderne volkeren al de mogelijkheid hadden om sociale systemen die ongeschikt of ongewenst waren geworden, achter zich te laten – door ze te transformeren, te vernietigen of eenvoudigweg op te geven.

In tegenstelling tot het moderne (westerse) concept van individuele vrijheid, waarin vrijheid betekent zelfvoorzienend zijn en dat zo onlosmakelijk verbonden is met privébezit, was individuele vrijheid voor de inheemse samenlevingen van Amerika verweven met zorg: het hield in dat mensen elkaar toestonden te leven zonder angst om tussen de kieren te vallen. Dus waarom zouden we niet opnieuw de fundamenten van onze sociale omgevingen onderzoeken?

Wat als we in plaats van te investeren in detentiecentra, investeren in sociale infrastructuren die immigratie vergemakkelijken door geschikt onderdak, levensonderhoud en begeleiding te bieden? Wat als we het ontstaan van autonome gemeenschappen toestaan die onderling hun eigen manieren van migratie ontwikkelen?

Dystopische paden zijn er al, dus waarom proberen we het niet met utopische paden? Wat als we niet langer gedwongen worden om te bezitten, maar eerder om te zorgen, hoeders te worden van onze gedeelde sociale en natuurlijke rijkdom? Deze toekomst heeft geen script. Er is geen zekerheid over hoe zij zal verlopen. Zij is volledig open.

Misschien ligt de meest cruciale stap die genomen moet worden dan in het rijk van onze verbeelding, in een poging om de noties van wat mogelijk is uit te dagen, los te breken van collectieve, sociaal geconstrueerde en genaturaliseerde ideeën over wat wel en niet kan worden bereikt. Wat er vervolgens gebeurt, ligt in onze handen.

Dit artikel verscheen eerder in de Green European Journal.