Het naoorlogse Nederlandse neoliberale beleid nam in de jaren tachtig een hoge vlucht. De eerste twee kabinetten-Lubbers (CDA/VVD) maakten in dit decennium een speerpunt van een grote sanering van de overheidsuitgaven. De verzorgingsstaat werd afgebouwd, staatsbedrijven werden geprivatiseerd.

Tijdens een van de laatste debatten die Joop den Uyl voerde als fractievoorzitter in 1986, waarschuwde hij premier Lubbers op indringende wijze voor de tweedeling die ontstond in de samenleving. Hij verweet de premier en andere politici dat zij blind waren voor de grote hoeveelheid mensen die in armoede leven. Hij maakte daarbij dankbaar gebruik van een rede van de gouverneur van New York die de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan verweet dat hij "wijzend naar de vele lichtjes in New York  van de wolkenkrabbers, de reclames, de dakrestaurants" niet zag dat daaronder mensen in het donker leven.

Den Uyl had oog voor hen die niet werden gezien door politici die staarden in het licht van de vooruitgang. Hoewel hij Nederland niet met Amerika wilde vergelijken, waarschuwde hij dat zonder gewijzigd beleid niet alleen de samenleving zou breken, maar het ons zou opbreken. Een jaar na dit debat stierf Den Uyl. In dat jaar werden Provinciale Statenverkiezingen gehouden. De coalitiepartijen VVD en CDA verloren fors. De PvdA haalde een monsterzege.

Over een halfjaar mag Nederland weer naar de stembus voor de Provinciale Statenverkiezingen. Bijna veertig jaar na Den Uyls waarschuwing kunnen we constateren dat hij gelijk heeft gekregen. Het gevoerde neoliberale beleid bleef aan zet, maar iedere keer verhuld onder een andere mantel. Tijdens de kabinetten-Kok heette het ‘Derde Weg’, tijdens de kabinetten-Balkenende ‘Eigen verantwoordelijkheid’ en tijdens de kabinetten-Rutte ‘Participatiesamenleving’.

Casual College 30 maart-noortje

In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen acht jaar geleden legde premier Rutte uit dat we dankzij de participatiesamenleving een "waanzinnig gaaf land" waren geworden. Hij trapte de campagne af met een interview in de Volkskrant, waarin hij uitlegde: "Door mensen meer persoonlijke vrijheid te geven, zouden zij zich vanzelf meer inzetten voor anderen. (…) We krijgen een mooier land als we mensen minder in de weg zitten."

Het zijn de woorden van iemand die staart in het licht van de vooruitgang. Wie daarin staart, is blind voor de ellende die daaronder schuilgaat. Maar nu zien we hoe de opeenstapeling van crises de schijnwerpers zet op alles wat kwetsbaar is. De kinderen in de jeugdzorg, de minima in tochtige huizen, de vluchtelingen in Ter Apel, de gedupeerden van de Toeslagenaffaire, natuur die langzaam verstikt.

Over zes maanden mogen we weer naar de stembus voor de Provinciale Statenverkiezingen. Het zijn verkiezingen die tevens de samenstelling van de Eerste Kamer bepalen. Laat dit het begin zijn van een drastische wijziging van beleid, zodat we als samenleving niet breken. Laat dit de verkiezingen zijn waarin de mensen in het donker meer gezien worden dan de mensen in het licht.

Deze column is in oktober verschenen in S&D 2022 / 5.